Call me stupid, maar ik droomde er zeker al tientallen jaren van. Ik wilde een foto maken midden op een lange weg in Amerika. Het liefst zonder auto’s, het liefst vanuit het standpunt dat die nader te bepalen highway met karakteristieke gele streep in het midden letterlijk verdwijnt in de horizon. Ik wilde mijn eigen On The Road-foto…
We schrijven 19 april 2013, ongeveer half drie ’s middags, lokale tijd. Onze roadtrip vanuit Las Vegas is een dag of vijf oud. Mijn vrouw en ik zijn duizenden indrukken en honderden foto’s verder, onze zoon van vier jaar kijkt zijn ogen uit. Wát een vakantie. Wát een continu aaneengeregen reeks van onvergetelijke momenten. En wat staat ons allemaal nog te wachten…
We rijden over de US-163 en ik druk Sweetheart Of The Rodeo van The Byrds in de cd-speler. Het eerste nummer is een prachtige uitvoering van de Bob Dylan-song You Ain’t Going Nowhere. Ik lach een beetje om de treffende titel wanneer ik links en rechts van me kijk naar de prachtige vergezichten in de staat Utah.
Dan ineens, gebeurt het. Als door de bliksem getroffen, denk ik aan mijn droom. Wanneer ik de iconische bergpartijen van Monument Valley in de verte zie opdoemen, weet ik direct: dít is mijn kans. De zon schijnt, de lucht is mooi, de wolken zijn weelderig en zwierig als verfijnde sigarettenrook. This. Is. It. Ik stuur de huurauto richting het oranjerode zand naast de geasfalteerde weg. Dat gaat minder goed dan gedacht; de weg ligt namelijk een heel stuk hoger. De auto bonkt het zand op. Stenen zijn veel groter dan verwacht. De onderzijde van de auto rammelt en schaaft. Mijn zoontje vraagt zich hardop af wat ik aan het doen ben, mijn vrouw slaakt een angstgilletje.
Als de verkeersdrukte iets afneemt, loop ik de weg op. Mijn vrouw schreeuwt uit de auto dat ik vooral op moet schieten. Ik sta pal voor de gele streep en ga door de knieën. Ik stel scherp en druk op de ontspanknop. Zeventien tellen later zit ik weer achter het stuur. Missie geslaagd, denk ik. ‘Whoo-ee! Ride me high!’, zo zing ik vrolijk mee met McGuinn, Hillman, Parsons, Kelley en consorten. Ik doe in blinde paniek het autoportier open en grijp mijn camera die achterin de auto ligt. Ik kijk naar de weg, kijk achterom, zie talloze auto’s op me af komen. Hmmm, dat zonder auto’s-aspect van mijn aanstaande foto moet ik misschien wel op mijn buik schrijven. De passanten claxonneren, auto’s en vrachtwagens razen dicht langs me heen. Gevoelsmatig wordt de maximumsnelheid hier danig overtreden.
Weken later zit ik achter mijn computer. Avonden lang, bewerk ik de foto’s van onze machtige roadtrip door Amerika. Ik kijk naar het resultaat van mijn On The Road-highway. Nee, helemaal scherp is hij niet. Ook ben ik op z’n zachtst gezegd niet echt blij met al die Jackson Pollock-achtige strepen nieuw asfalt op de weg. Allemaal niet gezien, het was bijna letterlijk ‘in the heat of the moment’.
Toch is de foto op een bepaalde manier toch ook wel een beetje geslaagd, realiseer ik me, nu ik dit stukje tik. Al was het alleen omdat mijn droom niet ten einde is. Die perfecte On The Road-foto moet ik nog een keer maken.
(Dit verhaal is ooit geschreven voor de website USA365)