‘Wandeling van de week’ 30 : Marjolein Bovendorp

EMST – De ‘Wandeling van de week’ is een rubriek van Dennis Dekker (www.mediamagneet.nl). Hij wandelt met inspirerende mensen die iets over hun onderscheidende visie, eigenaardige passies of bijzondere dromen vertellen. De afgelopen week ging Dennis op pad met Marjolein Bovendorp uit Emst. Haar aanmelding via mail was eerlijk, openhartig en kwetsbaar.

In dat bericht legt Marjolein uit dat ze in haar nog nooit zo veel gewandeld heeft als het afgelopen jaar. De reden daarvan was vervelend, zo zet ze uiteen. “Ik heb geen succesverhaal, ik ben geen bekende Epenaar met een goedlopende carrière. Ik ben een moeder die na de geboorte van haar zoon, vorig jaar helaas bij haar partner is weggegaan.” Let op, zo vult ze aan: “Dit is geen wraakstuk naar de vader van mijn zoon. We hebben nog altijd veel respect voor elkaar.”

Toch leverde deze scheiding wél iets positiefs op, als je dat zo kunt stellen. “Vanuit mijn christelijke opvoeding was de term  ‘heb je naasten lief, zoals jezelf’ belangrijk voor me. Ik had mijn naasten wel lief, maar wie was ik?  Door de bevalling en het prille moederschap, vond ik de kracht om op zoek gaan naar mezelf. En daar hielpen die wandelingen bij. De natuur heeft zich toen pas écht aan me laten zien. Wát een pracht en praal. Zou jij ook eens met me willen wandelen zodat ik je kan uitleggen hoe waardevol de natuur voor mij is?”

Schoonheid

Het openhartige verzoek krijgt gehoor. Ik rij naar de parkeerplaats nabij het Kievitsveld in Emst. Ik ontmoet een vrouw die graag wil vertellen over de schoonheid van de omgeving waar ze dichtbij woont: Het Vossenbroek. “Kijk!”, zo wijst ze me de piepkleine doorgang richting het Apeldoorns Kanaal, “in die wal aan de zijkant is een aantal gaten te zien. Daar zitten ijsvogels.”

IJsvogels. Het woord is gezegd. Eigenlijk is de zoektocht naar ‘de ware Marjolein’ daar begonnen. “Ik zat niet lekker in mijn vel en wandelde veel. Ik ben toen begonnen met het opstellen van een bucketlist. Dingen die ik altijd al eens wilde doen of zien.” Simpele dingen die ze puur voor haarzelf deed. Een ijsvogel spotten. Met blote voeten in de sneeuw staan. Vroeg in de ochtend zwemmen in zo’n maagdelijk meertje met van dat strakke, spiegelende water. Een vos spotten in natuurgebied Het Vossenbroek. “Die naam is hier niet voor niets zo gekozen, toch?”

Even terug naar die ijsvogel. Toen ze als jong meisje op weg was naar de basisschool, werd ze ooit opgeschrikt door ‘iets vaag blauws’ dat razendsnel langs haar heen schoot. “Ik vertelde dat meteen toen ik thuis kwam. Mijn moeder zei dat het best wel eens een ijsvogel zou kunnen zijn.” Toen al wilde ze op zoek naar die vogel, maar jaren later bleek dat het eerste groene vinkje van haar bucketlist. “Ik liep door Het Vossenbroek en kwam een visser tegen. Ik ben normaal niet zo iemand die gauw op iemand afstapt. Maar toch deed ik het toen wel. Ik had het idee dat de ijsvogel daar in de buurt zat. Ik had een verrekijker bij me, was goed voorbereid. Voor het geval dat, hè… Hij zag me aan komen lopen en zei: ‘Je bent vast op zoek naar de ijsvogel’. Ik knikte ‘ja’ en hij wees naar een plek verderop: ‘Daar zitten ze’. Ik liep naar die plek toe en struikelde bijna over een oude koffer. Ik deed die koffer open en vond een klok. Dát signaal heb ik begrepen. Ik moest de tijd nemen, Voor mezelf, voor deze mooie momenten in de natuur. Ik ben gaan zitten en nog geen vijf minuten later zag ik hem: de ijsvogel. Mijn hart vulde van blijdschap. Ik was blij dat ik het gedurfd had om die man aan te spreken.”

Heilzaam

De natuur, specifieker nog, dit gebied, is heilzaam geweest voor Marjoleins zoektocht naar zichzelf. Ze vinkte haar wensen af van de bucketlist. Ze kwam nader tot haar persoonlijke kern. Ze legde makkelijker contact met anderen. “De natuur heeft mij laten zien hoe prachtig ze is. Om half zeven in het Kievitsveld gaan zwemmen. Om je heen kijken en je nietig voelen. Het was een genot.” De natuur gaf haar sindsdien vaker tekens. Een lieveheersbeestje op een stekelige distel, een dartelende vos in Het Vossenbroek (‘Jawel: check!’) een dik bebost donker gedeelte van dit natuurgebied dat Marjolein zelf ooit ‘de jungle’ heeft gedoopt, maar waar ze tijden kan zitten om te genieten van de talloze kwetterende vogels. “Door de natuur begon ik weer te voelen. Allerlei emoties.” De liefde voor de wereld. Maar ook andere emoties, zoals boosheid. “Boosheid kende ik niet, dat stopte ik altijd weg. Op sommige plekken in dit natuurgebied is het heerlijk om dat van je af te schreeuwen. Dit natuurgebied loopt her en der pal langs de A50-snelweg. Daar kun je schreeuwen wat je wilt.”

Tjonge, het is wel uit haar comfort zone, zo’n wandeling waarbij ze zichzelf blootgeeft, bedenkt ze ineens. “Toch voelt het ook goed. Ik heb daar de afgelopen tijd echt bijgeleerd.” Een zoektocht naar jezelf. De één is daar z’n hele leven mee bezig, de ander juist helemaal niet. Marjolein behoorde voorheen tot de eerste categorie. Ze was voornamelijk zorgzaam naar anderen, maar cijferde zichzelf vaak weg. “Wie ben ík nou eigenlijk? Dat werd de vraag die steeds meer centraal stond in m’n leven.”

Inmiddels is ze er achter. Ze mag er zijn. Ze hoeft geen angst te hebben voor anderen. Ze moet juist vaker met anderen optrekken. Om kennis te verspreiden en zich nuttig maken. Ze wil een verbinder zijn. “Eén van de ideeën die ik heb? We hadden het net over boosheid. Ik word regelmatig boos op mensen die rommel in de natuur achterlaten. Daar wil ik wat mee gaan doen. Ik zou best wel met jeugd of jongeren willen wandelen door Het Vossenbroek. Om te vertellen over alles wat hier groeit en bloeit, om vogels te spotten. Maar ook om hen te laten zien dat zwerfafval hier niet thuis hoort. Ik heb mezelf weer gevonden en dát gaat mijn missie worden. Met hulp van anderen natuurlijk. Want ik weet dat je samen veel bereikt dan alleen.”

(Dit verhaal is verschenen in de weekkrant Veluws Nieuws, 30 juni 2021)

 

Wil je genieten van meer wandelingen? Klik dan hier!

‘Wandeling van de week’ 29 : Sytze Bril

Epe – De ‘Wandeling van de week’ is een rubriek van Dennis Dekker (www.mediamagneet.nl). Hij wandelt met inspirerende mensen die iets over hun onderscheidende visie, eigenaardige passies of bijzondere dromen vertellen. De afgelopen week ging Dennis op pad met Sytze Bril uit Epe. Hij deelt herinneringen aan zijn wijlen broer die alles uit het leven haalde, maar ook treffend en realistisch schreef: ‘Je mist meer dan je meemaakt. Helemaal niet erg.’

Die broer heette Martin. Gevierd schrijver. En heel eerlijk? Voor mij als columnist een absoluut voorbeeld. Het is daarom een eer om met Sytze te praten over zijn broer en mooie verhalen te horen. “Wij woonden waar mijn vader werkte. Hij was handelsreiziger (vertegenwoordiger). Het kon dus best zijn dat er ineens verhuisdozen in de gang stonden als mijn vader een ander rayon toegewezen kreeg.”

Vanuit De Bilt verhuist het gezin via Utrecht, Dieren en Drachten uiteindelijk naar ‘t Harde. “Martin ging in Heerde naar school. Op z’n Berini-brommer. Hij vond deze rustige omgeving prachtig, maar zocht na zijn studietijd de onrust en de hectiek van de stad op. Dat had hij nodig. Eerst Groningen, daarna Amsterdam. Onze ouders zijn later naar Epe verhuisd. Ook ik heb mij later gevestigd in dit dorp. Maar heel eerlijk gezegd? Het hoeft niet over mij te gaan. Het moet over Martin gaan. Hij heeft veel moois nagelaten aan literatuurliefhebbers. Daarom zou ik, ruim 12 jaar na zijn overlijden, graag weer eens over hem vertellen.”
‘De kunst is zo te leven,
dat het je overkomt’

We lopen via het sprengengebied tussen Epe en Heerde naar de hei. “Tjonge, wat is de natuur hier toch mooi”, mijmert Sytze terwijl hij hond Lana aanlijnt. Het brutale hondje (ras: ‘chien de la rue’, gniffelt het baasje) leidt ons de weg. Soms draait ze de ranke hondenriem rondom de benen van haar baasje, dan weer rent ze doldriest door de plassen of snuffelt ze nieuwsgierig aan een donkergroene broekspijp van een vrouwelijke fietser. Tussendoor vertelt Sytze prachtig over zijn oudste broer. De man was belezen en had een brede interesse. Hij was sportliefhebber (’door Martin ben ik wielrennen gaan begrijpen, die sport gaat veel verder dan alleen maar trappers rondpeddelen’) en hield hij van cultuur, muziek en geschiedenis. Hij schreef romans, maar maakte ooit ook een uniek reisboek met het leven van Napoleon als overkoepelend thema (De Kleine Keizer). En bovenal was hij één van de beste columnisten die Nederland ooit gekend heeft.

Martin Bril overleed 22 april 2009 op 49-jarige leeftijd. Twee keer achtereen kreeg hij te maken met de gevreesde ziekte. Na darmkanker volgde slokdarmkanker. Dat werd uiteindelijk zijn dood. “Martin was altijd al rusteloos en gehaast. Hij moest bezig zijn, ‘produceren’. Helemaal toen hij ziek werd. Dat was het moment dat hij nog meer ging werken, nog meer schrijven. Alsof de duvel op z’n hielen zat.”

De ziekte had een verrassend effect op de schrijver, vertelt zijn broer poëtisch. “Martin wilde de laatste hoofdstukken van zijn leven zo rijk en interessant mogelijk maken. Dat eind is namelijk bij iedereen hetzelfde: de dood. Het gaat er om dat je die periode daarvoor veel meemaakt, zo zei hij altijd. Hij werkte hard, hij genoot veel. Soms toerde hij in z’n eentje naar Parijs om oesters te eten. Laatst had ik het idee om dat met mijn kinderen over te doen. We kwamen er helaas achter dat die oesterbar er (ook) niet meer is.”

Spontane dingen doen en meemaken. Zo overkomt het leven je. En dat is de kunst. “Martin was een geweldige observator. Maar daarbij had hij de onbedwingbare drang om daar vervolgens over te schrijven. Hij zag soms de kleinste dingen. En maakte daar dan een stukje van.” Toch wist hij ook dat je veel meer mist dan dat je meemaakt. Dat inzicht heeft mij persoonlijk ook veel rust gegeven in mijn leven. Je hoeft niet alles te hebben. Je mist ook veel. Geniet dus van wat er wél is.”

 

‘Het mooie van weg gaan van huis,
is weer thuiskomen’

 

In de periode dat Martin een dagelijkse column schreef, hanteerde hij een vrije aanpak, vertelt Sytze. Soms was er een onderwerp of speelde er iets. Dan ging hij op zoek naar een mooie insteek. “Maar veel andere dagen was er geen onderwerp. Dan ging hij een stukje rijden in z’n gele Volvo en zag hij wel wat er op z’n pad kwam.” Martin Bril greep een spontane situatie bij de kladden en ging er mee aan de haal, aldus de Epenaar. “Soms was het de dame van een pompstation.” Een andere keer ging het over een gereden route of over een rotonde. “Hij ging er op uit, maakte iets mee en deed daar wat mee.”

Als hij dan thuis was, begon het creatieve schrijfproces. Zodat Martin Bril de dag daarna zijn belevenis kon delen met talloze lezers. “Mijn broer was een bijzonder mens. Ik zag hem niet veel, maar als dat wél zo was, dan hadden we altijd schik. We praatten over van alles en nog wat. Soms gaf ik hem onderwerpen voor columns, zonder dat ik dat doorhad. In de tijd van de MKZ-crisis bijvoorbeeld, werkte ik in Nieuwegein. Ik reed dagelijks op en neer. Iedere ochtend en avond werd ik gecontroleerd, omdat ik in midden in het gebied woonde waar dieren geruimd werden. Ik vertelde hem gekscherend: ‘Wat denken die mensen nou? Dat ik een geit of een schaap uit het MKZ-gebied smokkel?’ Twee dagen later werd ik gebeld door een journalist. Of ik iets kon vertellen over mijn Geit Max die ik ergens op een Amsterdams balkon verstopt had… Hahaha, dát was Martin. Op zoek naar anekdotische onderwerpen die hij steevast prachtig naar z’n hand zette. Dat mag toch niet vergeten worden? Daarom wandel ik met jou. Want je bent pas echt gestorven als er niet meer over je gesproken wordt.”

(Dit verhaal is verschenen in de weekkrant Veluws Nieuws, 23 juni 2021)

 

Wil je genieten van meer wandelingen? Klik dan hier!

‘Wandeling van de week’ 27 : Mark van Emmerik

Epe – De ‘Wandeling van de week’ is een rubriek van Dennis Dekker (www.mediamagneet.nl). Hij wandelt met inspirerende mensen die iets over hun onderscheidende visie, eigenaardige passies of bijzondere dromen vertellen. De afgelopen week ging Dennis op pad met iemand die voordien eigenlijk geen idee had dat hij zou gaan wandelen, maar uiteindelijk weldegelijk het nodige te vertellen heeft.

Waarom Mark van Emmerik niet wist dat hij mee zou gaan doen aan deze rubriek? Het was een verrassing. Moeder Lidy van Emmerik nam contact met me op en vroeg of het geen leuk idee was om Mark op 1 juni ‘te overvallen’ met een wandelverzoek. Mark namelijk, wandelt graag, maar normaal gesproken niet onder werktijd natuurlijk.

25 Jaar

In dit geval kon hij echter niet anders dan een uitzondering maken. Moeder Lidy vond dat Mark juist deze eerste van de zesde van het jaar twintig-eenentwintig we even ‘een extra genietmomentje’ verdiend had. Dat komt zo: het is op deze dag exact 25 jaar geleden dat Marks vader Han het Eper bedrijf Elektra had overgenomen. Reden voor een feestje dus. Al wordt er deze dag ‘gewoon’ door iedereen gewerkt. Net of het een dag als alle anderen is.

Daarom kwam moeder Lidy met het volgende idee. “Is het niet leuk wanneer je Mark op 1 juni komt verrassen om samen met hem te gaan wandelen? Wandelen vindt hij sowieso wel leuk om te doen. Het liefste met hun hond Kees erbij. Vaak zet hij zijn auto bij mij neer en wordt er spontaan een route door het bos bedacht. De praktijk leert dat hij er niet altijd de tijd voor neemt. Helemaal niet onder werktijd, want die dagen zijn vrijwel altijd volgeboekt. Zou je niet kunnen vragen of hij even tijd voor je heeft? Om uiteindelijk te gaan wandelen? Ik weet zeker dat er vast wel de nodige mooie verhalen over het bedrijf en over zijn passies naar boven komen.” Deze insteek lijkt me bijzonder genoeg om met Mark van Emmerik te gaan wandelen.

Ik plan een nepafspraak in en meld me bij Marks bedrijf. Na een kop koffie vertel ik hem over het plan waar zijn moeder de oorsprong van was. Mark reageert verrast: “Dan ga ik thuis eerst even een korte broek aan doen. Het is prachtige weer! Daarna rijden we met de auto naar mijn moeder. Ik vind het wel leuk om daar vandaan te wandelen. Mag Kees ook mee?” Het eerste onderdeel van deze verrassingswandeling is geslaagd.

‘De Toepol’

In Marks auto rijden we richting zijn ouderlijk huis aan het eind van de Officiersweg. Daar wordt het voertuig geparkeerd voor een kapschuur. Moeder Lidy staat klaar met een fles champagne. Mark begint te vertellen. “Het is heerlijk om hier te wandelen. We zijn hier in 1986 gaan wonen. Het huis heet ‘De Toepol’. Weet je de betekenis achter die naam? Dit was vroeger de doorvoerweg en splitsing tussen Tongeren, Epe en Oldebroek. Vandaar. Zullen we gaan lopen? Kees ga je mee?”

De negenjarige terriër trippelt getrouw achter ons aan. Terwijl we het onverharde deel van de Officiersweg oplopen, slaan we al snel linksaf. Een klein zandpad. “ Ik beschouw dit bos dus ook een beetje als mijn bos. Ik vind het dus ook fijn om ergens te lopen waar je niemand anders tegenkomt. Van de gebaande paden af.” Apoolweg, Lichttorenweg, Tongerenseweg, we komen de namen allemaal tegen. Maar veel vaker (’en veel liever’) nog kleine slingerpaadjes zonder naam. Elk huis heeft wel een verhaal. Dat komt niet allen doordat Mark hier vroeger dichtbij woonde, dat komt ook door het werk wat hij doet.

Iets meer daarover. Al vanaf het prille begin was Mark ook bij de zaak Elektra betrokken. Sinds 1997 staat Mark zelf aan het roer. Han overlijdt in november 2006. Het elektrabedrijf kent in deze regio veel opdrachtgevers. “Zie je dat huis daar? Dat is een vakantiehuisje van een echtpaar dat in Amsterdam woont. Het is leuk om te constateren wat er gebeurt als je hetzelfde werk doet: veel huizen ken ik beter dan dat de bewoners ze zelf kennen.”

Tropenjaren

Je zou de afgelopen jaren daarom ook best tropenjaren kunnen noemen. “Niet dat ik het erg vind om hard te werken hoor! Want hoe harder je werkt, hoe harder je ook kan genieten.” Daarover gesproken. Het blijkt dat Mark zijn werk voor Elektra graag verenigd met één van zijn grote passies; de liefde voor mooie auto’s. Zo rijdt hij zakelijk onder meer in een robuuste Mercedes G klassieker. “ Als ik dan naar opdrachtgevers in deze regio moet, dan neem ik wanneer dat kan, kortere sluipweggetjes. Ik vind dat heerlijk ontspannend en vooral leuk.”

Ook deze wandelingen zijn ontspannend voor Mark. “Je komt dan echt even tot rust. Ik plan dus zeker iedere week een lange wandeling in met mijn vrouw. We genieten erg van de natuur. We vinden het heerlijk om in het bos te lopen. Moet je eens ruiken wat die warme zonnestralen doen met dit bos. Deze bosgeur is toch onbetaalbaar?” We komen een aantal plassen tegen. Waaronder de Zandafgraving. Hier heeft de Rijkswaterstaat zand gewonnen voor de aanleg van de A50 snelweg. Ook passeren we de zogenaamde Leemkuil met talloze waterlelies. Mark vindt: “ Dit is een geweldige omgeving. Als je hier loopt, hoef je niet meer op vakantie.”

Vanaf de Leemkuil gaat het via smalle paadjes terug naar de De Toepol. Maar niet voordat Mark me een prachtig verscholen uitkijktoren wijst. Deze houten hut op palen ligt prachtig verscholen op een privéterrein. “Als je het niet weet, dan loop je er faliekant langs.” Niet veel later, is onze route ten einde. In Marks auto toeren we terug naar zijn bedrijfspand. “Tjonge”, verzucht hij, ‘ dat was een mooie verrassingswandeling.”

(Dit verhaal is verschenen in de weekkrant Veluws Nieuws, 9 juni 2021)

 

Wil je genieten van meer wandelingen? Klik dan hier!

‘Wandeling van de week’ 26 : Luut van Omme en Fritz Molenaar

Wissel – De ‘Wandeling van de week’ is een rubriek van Dennis Dekker (www.mediamagneet.nl). Hij wandelt met inspirerende mensen die iets over hun onderscheidende visie, eigenaardige passies of bijzondere dromen vertellen. Geen passies, visies of dromen dit keer. Maar wél een inspirerende wandeling met twee vrienden. De afgelopen week ging Dennis op pad met Fritz Molenaar uit Wissel. Hij wandelt wekelijks samen met Luut van Omme. Dat doet het duo nu zo’n drie jaar. De reden is met recht bijzonder te noemen. “Wij gaan wekelijks samen op avontuur.”

Het startpunt is de parkeerplaats voor hotel-restaurant De Witte Berken. Zowel Luut als Fritz wonen daar dichtbij. Als ik mijn auto parkeer komen ze er al aangelopen. De mannen stellen zich aan me voor. Ook teckel Sien is mee. De 6-jarige hond van Fritz en zijn vrouw Else trekt fel aan het lijntje en leidt ons de weg. We wandelen de Oost Ravenweg af, richting de Rauwenhoffweg die daar dwars op staat. Fritz vertelt gepassioneerd over de omgeving. Luut en ik lopen mee en luisteren gedwee naar de interessante informatie. Aan alles is te merken dat Fritz vroeger leraar geweest. De boeiende verteller heeft het over de waterstand in de Vlasbeek, hij heeft het over de landerijen, de struiken en de planten. Toch verslapt de aandacht van Luut soms. Dan ligt er een tak op de weg, die snel even hard weggetrapt moet worden. Of ziet hij een auto. “Oh-ooooh, daar komt hij aan!” Of passeert er een meisje met een andere hond. “Kijk! Die is lief! Zie eens! Schitterend!” Of hoort hij een vrachtwagen. “Nou nou! Die maakt lawaai. Ik vind dat wel mooi. Ze hebben soms meer, eeehm…. Dan zijn ze langer.”

‘Gekooide tijger’

Luut heeft Alzheimer. Fritz vertelt dat zijn vriend er dagelijks even tussenuit moet. “Hij kan niet de hele dag thuis zitten. Vergelijk hem met een gekooide tijger. Hij is dan vaak onrustig.” Vandaar dat Luut vier dagen per week naar de dagbesteding gaat. En daarnaast zijn er deze wekelijkse wandelingen, natuurlijk. “Die zijn overigens niet alleen goed voor Luut, maar ook voor mij. Ik ben de afgelopen jaren meerdere keren gedotterd. Ik moet dus in beweging blijven. Daarbij is dit gewoon erg gezellig. Toch Luut?” Die reageert twijfelend: “Nou, gezellig… Ik weet het niet.” Ik vraag of Luut het leuk vindt om te wandelen. Hij lacht: “Ja hoor! Zeker.” Fritz legt uit dat de diagnose Alzheimer zo’n drie jaar geleden gesteld is. “Op zich gaat het nog best heel goed. Luut is alleen wel eens wat vergeetachtig.” Luut kijkt op: “Ik? Neuh, hoor. Niet vaak.”

Vlak na de Vlasbeek, duiken we een bospad in. Fritz waarschuwt: “Denk je aan de wortels, Luut? Die zijn een beetje glad vanwege de regen. En haal je handen maar even uit je zakken. Stel je voor dat je valt, dan kun je jezelf niet goed opvangen.” Luut reageert: “Nee, dat hoeft niet.” Vervolgens haalt hij de handen toch uit z’n zakken en blijft ineens stil staan. “Eén, twee, drie. Ik tel er zes!” De Friese paarden pal naast hem, grazen onverstoorbaar verder in de wei.

‘Symbioseboom’

We passeren de Charles Hoeve die ligt op dit Landgoed West-Raven. Niet lang daarna houden we halt bij de Vlasbeek. Fritz vraagt: “We moeten even naar het waterpeil kijken, Luut.” Die reageert enthousiast: “Oh ja! Dat is een goed idee.” We lopen over een dik bladerdek naar de beek. Gedrieën kijken we naar beneden. “Prima in orde”, vindt Luut.

Teckel Sien trekt aan de lijn. Ze wil het bospad weer op. “We gaan naar de ‘symbioseboom’, Luut. Weet je nog?” Luut kijkt Fritz vragend aan. “Oké, dat gaan we doen.” Tegen mij: “Hij heeft altijd goeie ideeën, hoor.” De symbioseboom van Fritz en Luut blijkt dichtbij de biologische Boerderij Buitengewoon te staan. Feitelijk zijn het een beuk en een eik die tientallen jaren geleden pal naast elkaar begonnen te groeien en nu wonderlijk in elkaar verstrengeld zijn. Fritz: “Kijk Luut. Dat ben jij met je vrouw Siep. Jullie zijn ook al ruim 50 jaar innig verstrengeld met elkaar. Jij bent die robuuste eik en zij is die mooie gladde beuk.” Luut reageert: “Oh ja, maar ik wil graag die beuk zijn.” Fritz lacht. “Natuurlijk mag dat. Jij bent de beuk, da’s geen probleem.”

Niet lang na deze prachtige boom, worden we vergezeld door enkele nieuwsgierige koeien in het weiland naast ons. De hond blaft, Luut geniet. “Moet je toch eens kijken! Prachtig, hè? Ze komen heel hard naar ons toe!” Zijn enthousiasme werkt aanstekelijk.

‘Huppakee!’

Via een mooie route door het bos, komen we uit bij een vijver. Luut: “Wij zijn hier wel eens eerder geweest. Toen zat er wel meer water in. Mooi hier, hè?” Naast de waterpartij staat een beeld. “Die zijn er vooral voor vrouwen”, weet Luut. Hij loopt er stoïcijns langs, speurt voor zich uit en raapt de zoveelste tak op die voor zijn voeten komt. “Huppakee! Weg!”

We komen uit bij de Koeweg. Die lopen we af richting ons beginpunt. Het is nog een hele uitdaging om de talloze plassen op het zompige zandpad te mijden. Luut zucht als we bijna bij de Witte Berken zijn. “Nu vind ik het wel mooi goed geweest.” Een man komt ons tegemoet lopen. “Kijk die man. Hij wandelt wel erg langzaam. Wij niet. Vind ik.” Een paar honderd meter verder stoppen we. Voor een prachtige houten woning staat een auto. ‘t Blijkt het voertuig van Fritz te zijn. Hij pakt z’n sleutels, opent het portier en zet Sien op de achterbank. Ik vraag aan Luut: “Waar zijn we hier eigenlijk?” Hij kijkt naar zijn huis. Na een lange stilte: “Nou… dit is eeehm… waar ik woon. Toch?” Fritz knikt. “Tot volgende week, Luut. Dan gaan we weer met Sien weer wandelen. Is dat goed?” Luuts ogen hebben een veelzeggende twinkel. Alsof hij weet dat zijn wandelingen altijd zullen zorgen voor totaal nieuwe avonturen: “Ja, dat is goed.”

(Dit verhaal is verschenen in de weekkrant Veluws Nieuws, 2 juni 2021)

 

Wil je genieten van meer wandelingen? Klik dan hier!

‘Wandeling van de week’ 25 : Marjolein Kroese

Epe – De ‘Wandeling van de week’ is een rubriek van Dennis Dekker (www.mediamagneet.nl). Hij wandelt met inspirerende mensen die iets over hun onderscheidende visie, eigenaardige passies of bijzondere dromen vertellen. De afgelopen week ging Dennis op pad met Marjolein Kroese uit Epe die vol vuur vertelt over het effect van bewegen. We starten deze wandeling bij haar kantoor…

Het kantoor van Marjolein Kroese bevindt zich sinds ruim negen jaar midden in het bos. Om specifiek te zijn: zo om en nabij de zandbult tegenover de welbekende Hertenkamp in Epe. Elke dag toert ze daar met heel veel liefde en plezier naartoe. “Werken in de buitenlucht: veel beter krijg je het niet.” En ‘werken’ mag dan best ook nog wel tussen haakjes staan. “Want het voelt niet als werken.” Dat gevoel was er bij haar vorige baantjes overigens best wel eens. Sinds ze voor zichzelf is begonnen, heeft ze echter nog geen seconde spijt gehad van deze stap. Marjolein is namelijk personal trainer en bootcamp-instructeur en daarmee altijd ‘lekker in beweging’. Het is niet voor niets dat ze haar bedrijf ooit zo noemde. Toch gaat het niet alleen om haar eigen gevoel. “Ik zet me bovenal graag in voor anderen. Zodat zij óók zo’n lekker gevoel ervaren.”

‘Woef!!!’

Dat kwam zo. “Ooit wilde ik graag wat afvallen. Ik ben dus gaan sporten. Ik kreeg de smaak te pakken, raakte 17 kilo kwijt en voelde me geweldig. Dat gevoel wil ik ook graag aan anderen overbrengen.” Het zaadje voor een eigen onderneming werd geplant. Want dat er ooit een eigen onderneming zou komen, stond heel vroeg in haar leven al vast. “Mijn ouders hadden een eigen zaak, ik zag dat het hard werken was, maar ik zag ook wat voor een voordelen het had, wanneer je voor jezelf werkte, in plaats van voor iemand anders.”

We lopen vanaf de zandbult het bos in. Via de Zeuvenbargweg en enkele kleine slingerpaadjes, komen we uit bij het zandpad richting de Haelberg. Goed om te melden? We worden vergezeld door Marjoleins hond Sumo. “Deze dierbare lieverd is tijdens mijn bootcamplessen een soort van mascotte geworden. Hij gaat altijd mee.” De immense Tosa doet niemand een vlieg kwaad. Sterker, ook tijdens deze wandeling blijkt: hij gunt voorbijgangers praktisch geen aandacht. “Toch blijft het opletten geblazen. Mensen zouden kunnen schrikken van zijn omvang; ‘t is toch 75 kilo schoon aan de haak.” De sympathieke Sumo kijkt haar aan en reageert: ‘Woef!!!’

Terug naar het gesprek, terug naar de wandeling, terug naar lekker in beweging. Want er waren er eerst nog best de nodige omzwervingen, voordat ze haar bedrijf negen jaar geleden begon, vertelt Marjolein terwijl wij door de bossen van Epe zwerven. “Ik heb het Cibap in Zwolle gedaan en leerde daar voor standbouwer en etaleuze. Vervolgens werkte ik jarenlang als meubelmaker en standbouwer in Amsterdam.” Daarna volgde er een carrière als medewerker in enkele modewinkels. “In die tijd ben ik ook gaan sporten. Ik raakte verslaafd aan fitnessen en bedacht ineens: wat zou het gaaf zijn om mijn geld te verdienen met het geven van sportlessen.” Na de opleiding tot fitnessinstructeur, volgde een opleiding tot personal trainer. “Daarna viel het op z’n plek: ik wilde bootcamp trainingen gaan geven. Sindsdien heeft me dat volledig gegrepen.”

Opleiding

Negen jaar geleden begon ze voor zichzelf. “Met één klant. Het was haar eerste bootcamp training. Ze vroeg waar de anderen bleven. Ik zei dat ze de enige was.” Daarna is het snel gegaan. Momenteel sporten er zo’n 150 mensen bij Marjolein. De Epese draait iedere week bijna dagelijks groepslessen. Die vinden bij de zandbult plaats, maar soms ook wel eens in Zuuk, achter bij de Zuukerschool. “Dat schema vul ik aan met diverse personal trainingen.” Inmiddels knoopt ze desgewenst ook een eigen uitgedacht voedingsprogramma (60 Days Lifestyle Change) aan haar bootcamplessen en pt-trainingen. En sinds kort zit ze weer in de schoolbanken. “Ik volg een tweejaarlijkse opleiding tot coach. Die coaching is een een prachtige aanvulling op fit worden en gezond eten. Want je wilt ook gezond in je hoofd blijven. Daar wil ik anderen zeker ook bij helpen.”

Strak worden, spieren kweken, gezond eten, afvallen, heerlijk sporten in de buitenlucht. Het zijn dé belangrijkste punten van haar visie, somt Marjolein enthousiast op. “Dus als (één van) die wensen op jouw lijstje staan, dan help ik graag.”

Het is inmiddels gaan regenen, de paadjes zijn glibberig, de focus op de route is er niet echt meer. Heel eerlijk? We verdwalen in het bos dat we allebei toch redelijk goed dachten te kennen. Deze zoektocht naar de juiste weg, lijkt wel een beetje op de manier waarop Marjolein uiteindelijk ondernemer is geworden. “Het waren best wat omwegen, het zal best wel wat sneller kunnen. Maar toch had ik al die bagage van opleidingen en banen niet willen missen. Ook dat maakt me tot wat ik nu ben.”

Dwalen

Dwalen of niet, een dikke regenbui of niet: Sumo loopt onverstoord achter ons aan. Die regen interesseert hem niets. “En mij al helemaal niet”, vertelt Marjolein lachend. “Weer of geen weer: ik sta wel bij die bult.” En het mooie is: degenen die bij haar sporten, denken daar allemaal hetzelfde over. “Trainen met gewichten, sprintjes de bult op: grondoefeningen, snelheid, conditietraining: men is wel wat gewend als we buiten trainen. Het is afzien, het is vast zwaar. Heel eerlijk? Ik wil graag dat iedereen tot het gaatje gaat. Want uiteindelijk onthoud je de voldoening na de training, toch het beste. Dat fijne gevoel maakt dat je je de volgende keer graag weer wilt inspannen. Niet voor mij, maar voor jezelf. Kijk: daar heb je de zandbult weer. Samen sprinten naar de top? Go, go, go!”

(Dit verhaal is verschenen in de weekkrant Veluws Nieuws, 26 mei 2021)

 

Wil je genieten van meer wandelingen? Klik dan hier!