EPE – In de rubriek ‘Wandeling van de week’ interviewt Dennis Dekker inspirerende mensen die iets over hun onderscheidende visie, eigenaardige passies of bijzondere dromen vertellen. Deze week loopt Dennis met Peeter Hakstege (78) uit Epe. De Epenaar zit vol met verhalen. Dat blijkt al bij de eerste meters, net buiten het hek van de prachtige woning (genaamd ‘Klein HeerStege’) in het bos. “Zie je dat hek? Daar ben ik nu écht trots op. Dat heb ik zelf gemaakt en geplaatst. Ik denk altijd: je moet het gewoon doen. Dus uiteindelijk is het gelukt. Inclusief de elektrische armen die het hek open en dicht doen. Het leverde mij uiteindelijk een groot geluksgevoel op.”
First things first. Want mijn wandelgenoot wil voor ons rondje namelijk graag iets duidelijk maken. “Je gaat lopen met een 78-jarige oude man. Mijn benen doen het niet zo goed meer. Ik kan dus niet zo heel erg lang wandelen.” Mijn reactie dat het om het gesprek gaat en niet om de afstand, stelt hem gerust. “Mooi zo. Dan gaan we die kant op.” Hij knoopt zijn lange jas dicht en slingert zijn onafscheidelijke rode sjaal in de knup. Rits dicht, warm inpakken en gaan. Want wandelen dat doet hij iedere dag. “Maar dan moet ik wel een doel hebben. Het vaste rondje met onze hond Dushi bijvoorbeeld. Of deze wandeling met jou.”
Dolle dinsdag
Die dagelijkse wandeling is belangrijk om gezond te blijven, weet Peeter als geen ander. “Ik ben in de oorlog geboren. Twee dagen voor dolle dinsdag (5 september 1944). Mijn moeder beviel in een ziekenhuis in Wassenaar. In die dagen bleek het een onrustige plek. Veel verplegend personeel had sympathie voor de Duitsers en zij zijn dus gevlucht. Met als resultaat dat mijn moeder en ik daar in een bijna leeg ziekenhuis achterbleven. We hebben het ziekenhuis verlaten en zijn uiteindelijk maar terug naar onze woonplaats (Den Haag) gegaan.” We lopen van de Rietberglaan, via de Officiersweg en slaan de Lariksweg in. Daar vertelt Peeter verder over zijn eerste levensjaren. Hij was pas een paar maanden oud, toen de hongerwinter begon. “Ik heb dat niet bewust meegemaakt natuurlijk, want daar was ik toen nog veel te jong voor. Maar ik voelde en zag altijd wel aan mijn ouders wat de impact van die oorlog was.” Als baby en als kind was het qua gezondheid ‘niet altijd perfect op orde’ bij Peeter, vult hij aan. “Ik heb zo ongeveer alle kinderziekten gehad. Zo moest ik vanwege een hersenvliesontsteking bijvoorbeeld geruime tijd in een kinderziekenhuis in quarantaine blijven.” Ook had Peeter X-benen. Deze werden allebei gebroken om ze weer recht te laten groeien. “Ik heb weken platgelegen, kon enkel via het raam naar buiten kijken en moest vervolgens opnieuw leren lopen.”
Van zorgenkind naar gezonde kerel
Om iets te doen tegen die broze gezondheid, ging Peeter naar de zogenaamde buitenschool in Scheveningen. “Indien het weer het toeliet werd er altijd buiten les gegeven. Zelfs in de winter.” De school was in het leven geroepen voor kinderen die vanwege een slechte gezondheid (zoals bijvoorbeeld tuberculose) naast goed onderwijs ook behoefte hadden aan goed eten, rust en frisse lucht. Ook Peeter ging erheen. Het bleek een prachtige tijd. “Sindsdien transformeerde in van zorgenkind in een gezonde kerel. Al heb ik wel altijd last van mijn benen gehouden. Daar kon ik me goed mee redden, maar de laatste jaren vind ik lang stilstaan erg pijnlijk. En uiteindelijk zak ik dan door mijn benen.”
Kippenschuren en nummertjes trekken
Als kind maakte Peeter ook al kennis met de Veluwe in het algemeen en Epe in het bijzonder. “We woonden inmiddels in Scheveningen, mijn vader werkte bij de rijkspolitie. Mijn zus ging voor de protestantse kerk in Epe als gezinsverzorger werken. Ze kwam onder meer bij de familie Plakmeijer aan de Norelholtweg. Achter dat huis stonden enkele kippenschuren waarvan we er één als vakantiehuisje mochten gebruiken. Wij hebben daar als familie jaren achtereen gebruik van gemaakt in de zomervakantie. Zo ben ik de natuur, de bossen en het dorp Epe gaan ontdekken en waarderen.” Het dorp Epe bleek belangrijk voor de jonge Peeter. Hij zag er zijn eerste film (in ’t Hof van Gelre, nu VanOuds), hij kreeg er zijn eerste kus. “Daar kleeft wel een mooi verhaal aan vast. Vroeger waren er in Epe zogenaamde ‘scharrelavonden’. Bij de voormalig fietsenmaker op de Hoofdstraat (Horst, red.) konden jongens een nummertje trekken. Bij een bedrijf verderop aan de Hoofdstraat (Ladders Post, red.) deden meiden hetzelfde. “Als je hetzelfde nummer had, dan ging je op stap met dat meisje.”
‘Iedereen Heeft Zijn Eigen Werkelijkheid’
Wat zijn andere échte passie is, wordt tijdens de wandeling ook erg goed duidelijk. Want veel van de gesprekken gaan over werk in het algemeen en contact met anderen in het bijzonder. Altijd met een onbetwiste sociale inborst. Want Peeter is betrokken, hij ‘ziet’ de ander. Het gaat hem niet zo zeer om de geldelijke beloning, het gaat hem om de rijkdom die hij intellectueel vergaarde in zijn werkzame leven. Zo’n twee jaar geleden is hij gestopt met werken. Toen is die vut gekomen. Het zorgde er zelfs voor dat hij een boek schreef over zijn eigen levensloop genaamd ‘Iedereen Heeft Zijn Eigen Werkelijkheid’.
Peeter werkte meer dan zestig jaar. In dat boek is er dus uitgebreid geschreven over die banen dus ook erg belangrijk. Veel banen, veel afwisseling, veel bijleren. Zijn LinkedIn-lijst met werkgevers en vrijwilligerstaken is lang en indrukwekkend. Van loopjongen bij de Postcheque- en Girodienst transformeerde hij in zijn werkzame carrière tot directeur-bestuurder van een grote welzijnsinstelling. Het lijkt een groot verschil. Maar toch zit daar weldegelijk een verband in, stelt Peeter terwijl we onze wandeling via de Kamperweg en de Bosweg vervolgen. “Ik heb als loopjongen best wel eens jaloers gekeken naar de toenmalige directeur. Met als resultaat dat ik, toen ik directeur-bestuurder was, ook altijd oog heb gehouden voor de lagere functies in het bedrijf. Zo’n lange carrière vormt je. In je werkzame leven, maar ook privé, als mens.” De banen werden om die reden ook steeds socialer, vertelt hij. Zo was Peeter Hakstege onder andere opbouwwerker bij De Jeugdhaven, een sociaal culturele instelling in Arnhem en werkte hij vervolgens onder meer als pedagogisch staffunctionaris bij Bartiméus, het instituut voor blinden en slechtzienden en was hij in agogische functies werkzaam in het psychiatrisch ziekenhuis Veldwijk in Ermelo.
Dienstbaar
Ook was hij onder meer stafmedewerker bij Philadelphia Support (nu Sien). Daar groeide hij uit tot adjunct-directeur en werkte daar 16 jaar. “In die jaren heb ik ook erg veel projecten gedaan op diverse eilanden van Caribisch Nederland. Ik heb nog altijd een grote liefde voor die eilanden. Ik beschouw de Antillen sindsdien als mijn tweede thuis.” In de jaren daarna werd hij onder andere directeur-bestuurder van De Schoof welzijn en opvang in Dronten. “Dat heb ik ruim tien jaar gedaan. Toen wilde ik met de vut gaan. Maar ik ben gevraagd om interim-directeur bij het Eper bedrijf Koppel in opvang en welzijn (nu Koppel-Swoe) te worden. We verhuisden dus naar Epe. Terug naar de omgeving die ik uit mijn jeugd zo goed kende. De beken en sprengen, de wandelingen door het bos.” In Epe werd Peeter ook voorzitter van het schoolbestuur van de RSG NO-Veluwe en voorzitter van de WMO Adviesraad in Epe. Daarbij runde hij ruim 25 jaar een eigen adviesbureau genaamd De HeerStege Advies (DHSA). “Hierdoor heb ik diverse personen bijgestaan (re-integratietrajecten) en ook bedrijven geholpen (reorganisaties, coaching, begeleiding bij outplacement). Je merkt het: iedereen moet z’n brood verdienen. Maar voor mij stond één dingen altijd centraal: ik wilde altijd graag samen met anderen werken. Zo ook bij mijn vele functies vrijwilligerswerk. Dienstbaar zijn aan anderen: dat heeft me gemaakt tot wie ik nu ben.”
Soldaat van Oranje
Aan het eind van de Burgemeester Van der Feltzlaan steken we de Officiersweg over en slaan de Jagtlustweg in. We zijn bijna terug bij Peeters woning. Hij brengt nog één bijzondere anekdote te berde. “In 2006 en 2007 maakte ik samen met mijn vrouw en twee van mijn kinderen een wereldreis. Die trip bracht ons onder meer op het eiland Hawaï. Daar hebben we Erik Hazelhoff Roelfzema (alias ‘de Soldaat Van Oranje’) ontmoet. Een heel bijzonder moment. We hebben boeiende gesprekken gehad, onder meer natuurlijk over de oorlog. Erik sprak ooit de befaamde woorden: ‘De kwaliteit van je leven hangt niet af van wat er met je gebeurt, maar hoe je reageert op wat er met je gebeurt. Aan het eerste kun je toch niet veel doen, aan het tweede alles’. Dat zal ik altijd blijven onthouden. Als jong zorgenkind werd ik daarmee natuurlijk geholpen door mijn ouders en mijn familie. In de jaren daarna heb ik altijd zelf geprobeerd om het maximale uit het leven te halen. Ik kan als 78-jarige concluderen dat dit echt wel gelukt is. Ik heb, samen met vele collega’s, vrienden en familieleden, een geweldige eigen werkelijkheid gecreëerd.”

De 57e editie van de ‘Wandeling van de week’ heb ik gelopen met Peeter Hakstege uit Epe.
Wil je genieten van meer wandelingen? Klik dan hier!